PGO's en zorginstellingen: Het bevorderen van samenwerking en gegevensuitwisseling

De afgelopen jaren hebben technologische ontwikkelingen een enorme impact gehad op vrijwel alle aspecten van ons dagelijks leven. In de gezondheidszorg heeft dit onder andere geleid tot de opkomst van Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO's), digitale platforms die cliënten in staat stellen om hun eigen gezondheidsgegevens te beheren en te delen. Hoewel PGO's veelbelovend zijn en het potentieel hebben om de zorg te verbeteren, worden ze geconfronteerd met een aantal aanzienlijke uitdagingen. Hoe gaan zorginstellingen hiermee om? Myrte Diepstraten en Malou van Puijenbroek, beiden informatieadviseurs bij Thebe, delen hun inzichten over de PGO. 

Als een cliënt te maken heeft met meerdere zorginstellingen is het fijn om alle medische gegevens via één platform in te zien. De cliënt regie over de eigen zorg bieden. Dit is de reden voor Thebe om aan de slag te gaan met de PGO. Myrte Diepstraten vertelt enthousiast: ‘’ Als VVT willen wij ons inzetten om de cliënt de best mogelijke zorg en service te bieden. PGO maakt hier zeker gezien de toekomst een belangrijk onderdeel vanuit. Vandaar dat wij gezamenlijk met onze regiopartners hebben gezegd dit gaan we oppakken en doen’’. Malou van Puijenbroek vult aan: ‘’De PGO is echt iets van de cliënt. Thebe werkt hard mee om dat zo goed mogelijk in te richten. De technische issues die nu nog spelen zie ik als kinderziektes van een product dat nog in ontwikkeling is maar in de toekomst zeker zijn meerwaarde gaat vervullen.’’ 

Om tot volwaardige producten te komen die de zorg verbeteren, is pionieren een vereiste. Myrte Diepstraten knikt instemmend en zegt: "Als je nooit ergens mee begint, kun je ook niets creëren. Gelukkig zijn er subsidies, zoals in dit geval VIPP InZicht, die ons in staat stellen innovatieve initiatieven te financieren. Daarnaast biedt dit ons de mogelijkheid om samen te werken met leveranciers. Dit levert voordelen op die misschien niet direct in cijfers kunnen worden uitgedrukt, maar wel in samenwerking. We leren elkaars werelden en uitdagingen beter begrijpen. We hadden als doel om een aantal gegevens toegankelijk te maken, en dat is nu mogelijk. Natuurlijk hadden we gehoopt verder te zijn, maar we moeten ons aanpassen aan de realiteit van wat vandaag de dag mogelijk is.’’ Malou van Puijenbroek sluit zich hierbij en zegt: "Als je ziet waarmee we al tweeënhalf jaar bezig zijn om te bereiken en hoe complex dat is, dan is dat een belangrijk aspect om in gedachten te houden. De eerste stappen zijn gezet, maar we hebben nog een lange weg te gaan."